V-N 2002/4.4
FISCAAL BESTUURSRECHT. EUROPEES RECHT Boete. Als fiscus weet dat er inkomsten zijn, mag belastingplichtige niet door herhaalde boeteoplegging worden gedwongen om zichzelf te beschuldigden
EHRM 03-05-2001, ECLI:CE:ECHR:2001:0503JUD003182796, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (J.B./Zwitserland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
3 mei 2001
- Magistraten
Rozakis; Baka; Wildhaber; Bonello; Lorenzen; Tsatse-Nikolovska; Kovler
- Zaaknummer
31827/96
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AL1323
- Roepnaam
J.B./Zwitserland
- JCDI
JCDI:ADS902212:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2001:0503JUD003182796, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 03‑05‑2001
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT. EUROPEES RECHT Boete. Als fiscus weet dat er inkomsten zijn, mag belastingplichtige niet door herhaalde boeteoplegging worden gedwongen om zichzelf te beschuldigden
Samenvatting
Uit dit arrest van het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) blijkt dat de belastingbetaler, die zich aan belastingfraude schuldig maakt, in geen enkel opzicht aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken. Dit geldt voor situaties waarbij naheffing/navordering van belasting gepaard gaat met boetes en/of strafvervolging. De Zwitserse fiscus ontdekt dat X, een Zwitserse skileraar, forse bedragen belegt. Deze bedragen kan hij onmogelijk financieren uit zijn inkomen. De fiscus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.