Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Art. 39 regelt de rechtsgevolgen van het niet naleven van een wettelijk vormvoorschrift: rechtshandelingen die niet in de bij de wet voorgeschreven vorm zijn verricht, zijn nietig, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Volgens Hartkamp en Sieburgh dient onder ‘vorm’ in art. 39 te worden verstaan
“(...) de wijze waarop de wil tot het verrichten van een rechtshandeling wordt geuit, indien dit op andere wijze geschiedt dan door een verklaring die hetzij mondeling (en niet door het uitspreken van een bepaalde formule) wordt afgelegd hetzij in een gedraging (daaronder begrepen een stilzitten) besloten ligt”.
GS Vermogensrecht, art. 3:39 BW, aant. 3
3 Algemene opmerkingen over art. 39
mr. H.J. van Kooten, actueel t/m 15-02-2019
15-02-2019
01-01-1992 tot: -
mr. H.J. van Kooten
GS Vermogensrecht, art. 3:39 BW, aant. 3
Civiel recht algemeen (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
nietigheid
vormvereiste.
Burgerlijk Wetboek Boek 3 artikel 39
Art. 39 regelt de rechtsgevolgen van het niet naleven van een wettelijk vormvoorschrift: rechtshandelingen die niet in de bij de wet voorgeschreven vorm zijn verricht, zijn nietig, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Volgens Hartkamp en Sieburgh dient onder ‘vorm’ in art. 39 te worden verstaan
“(...) de wijze waarop de wil tot het verrichten van een rechtshandeling wordt geuit, indien dit op andere wijze geschiedt dan door een verklaring die hetzij mondeling (en niet door het uitspreken van een bepaalde formule) wordt afgelegd hetzij in een gedraging (daaronder begrepen een stilzitten) besloten ligt”.
(Asser/Hartkamp & ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.