BNB 2005/57
Verdeling heffingsbevoegdheid inzake ontslagvergoeding
HR 19-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR5980, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 2004
- Magistraten
Brunschot, van; Amersfoort, van; Bavinck; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
39470
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
AR5980
- JCDI
JCDI:ADS253719:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR5980, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑11‑2004
- Wetingang
Art. 12, eerste lid, verdrag Nederland-Unie van Socialistische Sovjetrepublieken
Essentie
Verdeling heffingsbevoegdheid inzake ontslagvergoeding
Samenvatting
Belanghebbende, die in 1998 in Nederland woonde, is van 16 april 1973 tot 17 januari 1998 werkzaam geweest voor diverse groepsmaatschappijen van het A-concern. In de periode vanaf 1 november 1993 werkte hij in Rusland, laatstelijk voor A1 BV, een statutair in Nederland en feitelijk in Rusland gevestigde vennootschap. Wegens een reorganisatie van het A-concern is het dienstverband met belanghebbende op 17 januari 1998 beëindigd en is hem een ontslaguitkering toegezegd. Die uitkering is, naar belanghebbende in zijn aangiftebiljet heeft vermeld, aan hem in 1998 namens A1 BV uitbetaald door A3 BV, die als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.