FED 1995/384
Een videotheek brengt bij te late terugbezorging van de videobanden een boete in rekening aan de huurder. Tussen het in gebruik geven van de videobanden en de boete bij te late terugbezorging bestaat in het onderhavige geval een rechtstreeks verband, zodat de boete behoort tot de vergoeding. Over de boete dient omzetbelasting afgedragen te worden.
HR 12-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1575, m.nt. W.A.P. Nieuwenhuizen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 265
- Noot
W.A.P. Nieuwenhuizen
- LJN
AA1575
- JCDI
JCDI:ADS224755:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1575, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1995
- Wetingang
Essentie
Een videotheek brengt bij te late terugbezorging van de videobanden een boete in rekening aan de huurder. Tussen het in gebruik geven van de videobanden en de boete bij te late terugbezorging bestaat in het onderhavige geval een rechtstreeks verband, zodat de boete behoort tot de vergoeding. Over de boete dient omzetbelasting afgedragen te worden.
Uitspraak
Het geschil betrof een beschikking tot teruggaaf omzetbelasting over het tijdvak januari 1992
Belanghebbende, een BV exploiteert een videotheek. Door de videotheek worden videobanden verhuurd. De huurder heeft de verplichting het gehuurde binnen de overeengekomen huurperiode te retourneren. Bij te late terugbezorging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.