FED 1995/534
HR, 14-06-1995, nr. 30 144
HR 14-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1580
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 144
- LJN
AA1580
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1580, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑1995
- Wetingang
Art. 45 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, stelt zich als aandeelhouder borg voor de schulden van E BV aan een bank. Uit dien hoofde betaalt X in 1984 te zamen met de twee andere aandeelhouders f 4 700 000 aan de bank.
In geschil is of X in 1984 f 450 000 als rente in mindering mag brengen op zijn onzuivere inkomen, hetgeen de inspecteur bestrijdt.
Het Hof Amsterdam stelt de inspecteur in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
's Hofs oordeel dat X het in de betaling uit hoofde van de overeenkomst van borgtocht begrepen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.