BNB 1997/50
Onbegrijpelijk oordeel inzake brutering
HR 11-12-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1765
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Fleers; Pos
- Zaaknummer
31 611
- LJN
AA1765
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Loonbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1765, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑1996
- Wetingang
Art. 10 Wet LB 1964; art. 29, tweede lid, AWR; art. 17 Wet ARB
Essentie
Onbegrijpelijk oordeel inzake brutering
Samenvatting
Belanghebbende heeft op grote schaal zwart loon uitbetaald. Ter zake is een naheffingsaanslag loonbelasting opgelegd. In beroep verwerpt het Hof alle tegen de naheffingsaanslag ingebrachte bezwaren, behoudens het bezwaar dat (nog) niet gebruteerd mocht worden omdat belanghebbende volgens haar verklaring nog niet zou hebben besloten af te zien van verhaal op haar werknemers, welk verhaal volgens belanghebbende mogelijk zou zijn.
De Hoge Raad memoreert dat het Hof terecht is uitgegaan van omkering van de bewijslast en oordeelt vervolgens 's Hofs oordeel omtrent de brutering onbegrijpelijk omdat dit is gebaseerd op een verklaring van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.