FED 1995/80:De belastingplichtige heeft nagelaten de vereiste aangifte te doen en als gevolg daarvan rust op hem de bewijslast als bedoeld in art. 29, tweede lid, AWR dat de belastingaanslag c.q. de uitspraak op bezwaarschrift van de inspecteur onjuist is. Een belastingplichtige die voor het hof geen bescheiden of in onvoldoende mate bescheiden heeft overgelegd, waaruit de juistheid van het door hem berekende belastbare inkomen kan blijken, kan niet alsnog aan de ingevolge het bepaalde in art. 29, tweede lid, AWR op hem rustende bewijslast voldoen door ter zitting van het hof aan te bieden om van ieder element van het door hem berekende belastbaar inkomen schriftelijk bewijs te leveren.