BNB 1998/310
Overdrachtsprijs aanmerkelijk belang; oninbare vordering
HR 01-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2330
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
33 544
- LJN
AA2330
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2330, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1998
- Wetingang
Art. 39, tekst 1993, Wet IB 1964
Essentie
Overdrachtsprijs aanmerkelijk belang; oninbare vordering
Samenvatting
Belanghebbende vervreemdt in 1993 alle aandelen A BV tegen een koopsom van f 581 000, aan B BV. Hij verstrekt aan C, de aandeelhouder van B BV, een rentedragende lening van f 100 000, af te lossen uiterlijk in 1995. Aflossing blijft achterwege. Belanghebbende wenst, in verband met de oninbaarheid van de lening, de overdrachtsprijs van de aandelen te stellen op f 481 000. Het Hof is van oordeel dat de vordering terzake van de overdracht volwaardig is, en dat de mogelijke oninbaarheid van de lening aan C daaraan niet afdoet; de eventuele ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.