FED 1986/1051
In geval een onjuiste aangifte is ingeleverd, kan slechts gezegd worden dat de vereiste aangifte niet is gedaan, indien het verzwegen belastingbedrag aanzienlijk is.
HR 23-04-1986, ECLI:NL:HR:1986:AW8043, m.nt. W.P. van Sikkelerus
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 1986
- Magistraten
Vroom; Stol; Jansen; Linde, Van Der; Bellaart
- Zaaknummer
23 374
- Noot
W.P. van Sikkelerus
- LJN
AW8043
- JCDI
JCDI:ADS204530:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Loonbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AW8043, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑1986
- Wetingang
Art. 29 AWR
Essentie
In geval een onjuiste aangifte is ingeleverd, kan slechts gezegd worden dat de vereiste aangifte niet is gedaan, indien het verzwegen belastingbedrag aanzienlijk is.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslagen loonbelasting 1978 t/m 1980.
Vaststaat:
Dat belanghebbende, X te Z, onder meer gedurende het onderwerpelijke tijdvak overeenkomstig haar statutaire doelstelling het horecabedrijf uitoefende;
dat belanghebbende zulks deed door in de jaren 1978 en 1979 een cafe-bedrijf, zomede een bar/discotheek te exploiteren en in 1980, na afstoting van de bar/discotheek eind 1979, slechts het cafe-bedrijf;
dat belanghebbende in het kader van die exploitatie personeel in dienstbetrekking had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.