FED 1995/521:Art. 48 EEG-Verdrag kan beperkingen stellen aan het recht van een Lid-Staat om de voorwaarden en de modaliteiten van de belastingheffing ter zake van op zijn grondgebied door een onderdaan van een andere Lid-Staat verworven inkomsten vast te stellen. Art. 48 EEG-Verdrag verzet zich tegen de toepassing van een regeling van een Lid-Staat waardoor een werknemer die onderdaan van een andere Lid-Staat is, in welke hij ook woont, en die in de eerste Lid-Staat arbeid in loondienst verricht, zwaarder wordt belast dan een werknemer die in die eerste Lid-Staat woont en aldaar dezelfde werkzaamheid verricht. Art. 48 EEG-Verdrag verzet zich ertegen dat de wetgeving van een Lid-Staat inzake directe belastingen procedures als de jaarlijkse correctie van de ingehouden loonbelasting en de vaststelling van de belasting op inkomsten uit arbeid in dienstbetrekking bij wege van aanslag, voorbehoudt aan ingezetenen.