FED 1999/367
Assurantiebelasting. Kan Nederlandse BV worden aangemerkt als vestiging van buitenlandse (groot)moeder? Prejudiciële vragen.
HR 19-05-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2763
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 mei 1999
- Magistraten
Moltmaker
- Zaaknummer
33 388
- LJN
AA2763
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Loonbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2763, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑05‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2763, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑1999
- Wetingang
Essentie
Assurantiebelasting. Kan Nederlandse BV worden aangemerkt als vestiging van buitenlandse (groot)moeder? Prejudiciële vragen.
Uitspraak
Belanghebbende, X PLC, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, houdt indirect alle aandelen in de in Nederland gevestigde B BV. Ten behoeve van de met haar verbonden ondernemingen sloot X PLC verzekeringen, onder meer met betrekking tot de bedrijfsuitoefening van B BV. Het desbetreffende deel van de premies bracht X PLC aan B BV in rekening. De, met toepassing van art. 25, derde lid, Wet BRV, aan X PLC opgelegde naheffingsaanslag heeft betrekking op het uit dien hoofde door B BV aldus aan X PLC vergoede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.