BNB 1988/94
HR, 03-02-1988, nr. 24 602
HR 03-02-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3753
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 1988
- Magistraten
Royer; Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
24 602
- LJN
ZC3753
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3753, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑1988
- Wetingang
(Artt. 17a, lid 1, en 17b, lid 3, WARB)
Samenvatting
Gevolgen van overschrijding van termijnen. Aan het verzoek om een schriftelijke uitspraak is gevolg gegeven wanneer de toezending van het afschrift heeft plaatsgevonden
Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat de wetgever met het stellen van de in art. 17b, derde lid, WARB voorkomende termijn van drie maanden enig ander doel heeft willen dienen dan dat de schriftelijke uitspraak met bekwame spoed ter beschikking komt van de partij die erom had verzocht. Overschrijding van deze termijn kan niet tot nietigheid van de uitspraak leiden.
Er is eerst dan sprake van aan het verzoek om een schriftelijke uitspraak gegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.