HR, 12-04-1995, nr. 29 866

Documentgegevens:

HR 12-04-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1554, m.nt. J.W. Zwemmer

Instantie: Hoge Raad
Datum: 12 april 1995
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
Zaaknummer: 29 866
Noot: J.W. Zwemmer
LJN: AA1554
JCDI: JCDI:ADS887389:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:AA1554, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1554, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑04‑1995
Wetingang: Art. 8 Wet Vpb. 1969 jo. art. 9 Wet IB 1964

Samenvatting

Kosten van exploiratieboringen naar economisch winbare olie- en gasreserves

Belanghebbende, een BV, verrichtte in 1982 op het Nederlandse gedeelte van het continentaal plat exploiratieboringen naar winbare olie- en gasreserves. Bij een van die boringen werd de aanwezigheid van aardolie aangetoond. Na een nadere evaluatieboring in 1984 is belanghebbende overgegaan tot winning van aardolie. Belanghebbende heeft de kosten van de eerste boring geheel ten laste van haar winst over 1982 gebracht, hetgeen door de Inspecteur niet is aanvaard.

HR: zolang niet moet worden aangenomen dat een bepaalde boring zal worden gevolgd door de winning van olie of gas uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.