BNB 1990/43
HR, 29-11-1989, nr. 26 308
HR 29-11-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4164, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1989
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Urlings; Zuurmond
- Zaaknummer
26 308
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
ZC4164
- JCDI
JCDI:ADS200709:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4164, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1989
- Wetingang
Art. 273 gemeentewet; Verordening onroerend-goedbelastingen 1981 Amsterdam
Samenvatting
Genot krachtens zakelijk recht en economische eigendom
Belanghebbende heeft het onroerend goed, waarvoor hem een aanslag in de onroerend-goedbelasting is opgelegd voor het jaar 1982, op 1 mei 1980 verkocht met het beding dat het terstond geheel voor rekening en risico komt van de koper, die in economische zin eigenaar van het verkochte is, alle baten ervan heeft, alle lasten moet betalen en in de feitelijke macht van het verkochte treedt. De levering heeft plaatsgevonden op 16 september 1986.
HR: met juistheid heeft het hof geoordeeld dat de economische eigendom niet belette dat belanghebbende nog degene was die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.