FED 1997/90
HR, 29-01-1997, nr. 31 938
HR 29-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2077
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 1997
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
31 938
- LJN
AA2077
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2077, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1997
- Wetingang
Art. 8 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, heeft met ingang van 1 mei 1990 zijn veehouderij gestaakt. De tot het ondernemingsvermogen behorende onroerende zaken, ± 12 ha weiland en een aantal opstallen met ondergrond, heeft hij naar zijn privé-vermogen overgebracht. X is de (stolp)boerderij, de overige opstallen en de gronden blijven gebruiken. De inspecteur heeft bij beschikking van 31 maart 1993 de bestemmingswijzigingswinst per 31 maart 1986 van 2000 m2 erf, ondergrond en tuin vastgesteld op f 76 600. Hij is daarbij uitgegaan van een waarde in het economische verkeer (WEV) van die gronden van f 119 600 en een waarde in het economische ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.