V-N 1995/1095, 13
Inkomstenbelasting Fiscale oudedagsreserve en toepassing foutenleer
HR 01-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3096, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der; Soest, van
- Zaaknummer
29636
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3096
- JCDI
JCDI:ADS896949:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1995:AA3096, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑1995
ECLI:NL:HR:1995:AA3096, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑1995
- Wetingang
art. 44f Wet IB 1964
Essentie
Inkomstenbelasting Fiscale oudedagsreserve en toepassing foutenleer
Samenvatting
De aanslag IB 1984 van X vermeldt, overeenkomstig de aangifte, per ultimo 1984 als stand van de oudedagsreserve f 55 646. Nadat X aanvankelijk stelde dat zij ook na 1984 haar beroep als fysiotherapeut had voortgezet, is alsnog komen vast te staan dat zij haar onderneming per 31 december 1984 heeft gestaakt. In geschil is of de inspecteur, ervan uitgaande dat de f 55 646 ten gevolge van een fout van X in 1984 ten onrechte niet in het inkomen was begrepen, dit bedrag alsnog in de heffing van de inkomstenbelasting over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.