FED 1990/112
De voor een bepaald bedrijfsmiddel gevormde egalisatiereserve moet, bij afstoting of buiten gebruikstelling van het bedrijfsmiddel, als winst worden verantwoord. Dit moet ook gebeuren als de boekwinst op dat bedrijfsmiddel aan een vervangingsreserve wordt toegevoegd.
HR 21-06-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4064, m.nt. Th.S. IJsselmuiden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1989
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
25 558
- Noot
Th.S. IJsselmuiden
- LJN
ZC4064
- JCDI
JCDI:ADS208543:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4064, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1989
- Wetingang
Art. 13 Wet IB 1964
Essentie
De voor een bepaald bedrijfsmiddel gevormde egalisatiereserve moet, bij afstoting of buiten gebruikstelling van het bedrijfsmiddel, als winst worden verantwoord. Dit moet ook gebeuren als de boekwinst op dat bedrijfsmiddel aan een vervangingsreserve wordt toegevoegd.
Uitspraak
Vaststaat:
Het bedrijf van belanghebbende, NV X te Z, bestaat uit de verhuur van onroerend goed. Sinds jaar en dag, tot 1983, bestond het activum onroerend goed uit de panden a-straat nrs. 1 tot en met 7 gelegen te Z.
Deze panden zijn op 1 december 1983 aan de gemeente Z overgedragen. De onderhandelingen met belanghebbendes vertegenwoordiger zijn ten behoeve van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.