FED 1999/400
Navordering. Kwade trouw. Toerekening opzet gemachtigde aan belanghebbende
HR 12-05-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2757, m.nt. R.L.H. IJzerman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Pos; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
34 347
- Noot
R.L.H. IJzerman
- LJN
AA2757
- JCDI
JCDI:ADS229378:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2757, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑1999
- Wetingang
Art. 16 AWR
Essentie
Navordering. Kwade trouw. Toerekening opzet gemachtigde aan belanghebbende
Samenvatting
De waarde van incourante aandelen is voor de vermogensbelasting, in het licht van de omstandigheden, op zodanige wijze te laag aangegeven dat navordering, ook al ontbreekt een nieuw feit, mogelijk is wegens kwade trouw. Voorwaardelijk opzet. Toerekening opzet gemachtigde aan belanghebbende. Geen bewuste standpuntbepaling van de inspecteur welke aan navordering in de weg staat.
Uitspraak
Het geschil betreft de navorderingsaanslag vermogensbelasting 1993.
VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende deed op 26 november 1993 voor het onderhavige jaar aangifte van een vermogen van f 7 014 603.
Belanghebbende was in het onderhavige jaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.