BNB 1989/145
HR, 22-02-1989, nr. 24 898
HR 22-02-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC3995, m.nt. H.J. Hofstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 1989
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings
- Zaaknummer
24 898
- Noot
H.J. Hofstra
- LJN
ZC3995
- JCDI
JCDI:ADS886637:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC3995, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑1989
- Wetingang
Art. 29, lid 1, AWR
Samenvatting
Zonder redelijke grond van de aangifte afgeweken
In afwijking van belanghs. aangifte heeft de Insp. het belastbare inkomen voor 1983 vastgesteld op f 100 000, het bedrag waarop het belastbare inkomen voor 1982 ambtshalve is vastgesteld. De Insp. heeft zich gesteld op het standpunt dat belangh. inkomsten heeft verkregen uit Y BV, van welke vennootschap belangh. directeur-aandeelhouder was. Belangh. heeft niet voldaan aan zijn verplichting de Inspecteur de inlichtingen te verstrekken, waarom deze - kennelijk in de bezwaarfase - heeft gevraagd.
Het Hof heeft geoordeeld dat niet kan worden aangenomen dat de Insp. een redelijke grond had om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.