FED 2003/313
Navordering. Geen kwade trouw wanneer voorwaardelijke opzet niet vaststaat. Gedeeltelijke staking van de onderneming
HR 31-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AE8092, m.nt. P.A. Flutsch
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 2003
- Magistraten
Kalmthout, van; Zuurmond; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37511
- Noot
P.A. Flutsch
- LJN
AE8092
- JCDI
JCDI:ADS234419:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AE8092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AE8092, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑2003
- Wetingang
Essentie
Navordering. Geen kwade trouw wanneer voorwaardelijke opzet niet vaststaat. Gedeeltelijke staking van de onderneming
Samenvatting
Belanghebbende X drijft in 1993 een garagebedrijf in de vorm van een eenmanszaak. In 1990 ontvangt X een bijdrage van f 45 000 van de provincie wegens het niet meer kunnen uitoefenen van autosloopactiviteiten, welk bedrag X in zijn aangifte inkomstenbelasting 1990 als winst uit onderneming heeft verantwoord. Eind 1992 is X met de gemeente R overeengekomen dat een eerder aan hem verleende hinderwetvergunning inzake verfspuitwerkzaamheden zou worden ingeperkt. In 1993 heeft X in verband hiermee van de gemeente R een vergoeding ontvangen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.