FED 1998/460
Ingehouden en afgedragen voorheffingen van niet-inbaar loon
HR 24-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2323, m.nt. J.E.A.M. van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 1998
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
33 238
- Noot
J.E.A.M. van Dijck
- LJN
AA2323
- JCDI
JCDI:ADS227568:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2323, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑1998
- Wetingang
Art. 33 Wet IB 1964
Essentie
Ingehouden en afgedragen voorheffingen van niet-inbaar loon
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991.
VASTSTAAT:
1.1 Belanghebbende, die is geboren in 1962, was van 1 augustus 1990 tot 1 juni 1992 in dienstbetrekking werkzaam bij A Ltd. te R (hierna: A). Nadat hij ontslag had genomen, heeft hij per 1 juli 1992 een andere dienstbetrekking aanvaard.
1.2 In de aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 1991 (ingediend omstreeks 14 juni 1992) en 1992 (ingediend omstreeks 30 april 1993) heeft belanghebbende ter zake van de dienstbetrekking bij A de volgende bedragen vermeld:
1991 | 1992 |
genoten loon ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken. |