BNB 1989/73
HR, 19-10-1988, nr. 25 588
HR 19-10-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3930, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 1988
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Stoffer; Mijnssen; Urlings
- Zaaknummer
25 588
- Noot
Van Dijck
- LJN
ZC3930
- JCDI
JCDI:ADS886613:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3930, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑1988
- Wetingang
Art. 18 AWR, art. 45 IB '64
Samenvatting
Uit de enkele omstandigheid dat bij overlijden van de schuldeiser de dan nog openstaande termijnen van een vordering zullen vervallen, volgt nog niet dat de betaalde termijnen lijfrentetermijnen zijn.
Grove schuld van bel.pl. die gebruik maakte van de diensten van een gemachtigde
Bij echtscheidingsconvenant nam belangh. op zich t.z.v. overbedeling onder meer aan zijn echtgenote uit te keren een bedrag van f 205 000, waarvan f 30 000 bij ondertekening van het convenant en het restant in maandelijkse uitkeringen van minimaal f 2000 ,,op lijfrentebasis'', voor het eerst op 1 dec. 1979. De maandelijkse betalingen werden door belangh. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.