ONTWIKKELINGEN RONDOM DE DEELNEMINGSVRIJSTELLING. VALUTAPERIKELEN

Documentgegevens:

DRS. E.J.W. HEITHUIS (Verbonden aan het Fiscaal Economisch Instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam, alsmede aan Bureau Vaktechniek van Moret Ernst & Young Belastingadviseurs te Rotterdam.), datum 01-01-1994

Datum: 01-01-1994
Auteur: DRS. E.J.W. HEITHUIS (Verbonden aan het Fiscaal Economisch Instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam, alsmede aan Bureau Vaktechniek van Moret Ernst & Young Belastingadviseurs te Rotterdam.)
JCDI: JCDI:ADS840972:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Wetingang: art. 13 lid 1 Wet VPB 1969

BESCHOUWING NAAR AANLEIDING VAN HR 17 NOVEMBER 1993, NR 28 818

1 INLEIDING

Bij het bepalen van de winst blijven voordelen uit hoofde van een deelneming, alsmede kosten welke verband houden met een deelneming buiten aanmerking, tenzij blijkt dat deze kosten middellijk dienstbaar zijn aan het behalen van in Nederland belastbare winst, aldus het eerste lid van art. 13 Wet Vpb. 1969. Uit deze omschrijving van de deelnemingsvrijstelling blijken twee elementen een belangrijke rol te spelen, te weten:

1 voordelen uit hoofde van een deelneming;

2 kosten die middellijk dienstbaar zijn aan het behalen van in Nederland belastbare winst. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.