FED 1995/340
Belanghebbende is in dienstbetrekking werkzaam als leraar lichamelijke opvoeding. Tijdens het lesgeven kleedt hij zich onder andere met een poloshirt. HR: Nu poloshirts behoren tot de kleding waarin een leraar lichamelijke opvoeding de hem opgedragen lessen verricht, heeft het hof deze kleding terecht beschouwd als werkkleding.
HR 15-02-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3077
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 februari 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Berge, van den
- Zaaknummer
29665
- LJN
AA3077
- JCDI
JCDI:ADS273434:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1995:AA3077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑1995
ECLI:NL:HR:1995:AA3077, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑1995
- Wetingang
Art. 36, lid 1, aanhef en onder f, Wet IB 1964 (tekst vanaf 1 januari 1990)
Essentie
Belanghebbende is in dienstbetrekking werkzaam als leraar lichamelijke opvoeding. Tijdens het lesgeven kleedt hij zich onder andere met een poloshirt. HR: Nu poloshirts behoren tot de kleding waarin een leraar lichamelijke opvoeding de hem opgedragen lessen verricht, heeft het hof deze kleding terecht beschouwd als werkkleding.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen over het jaar 1990.
Vaststaat:
Belanghebbende was in 1990 in dienstbetrekking werkzaam als leraar lichamelijke opvoeding. In zijn aangifte heeft belanghebbende onder meer uitgaven voor poloshirts, welke shirts hij uitsluitend voor zijn beroepsuitoefening gebruikt, als aftrekbare kosten in aanmerking genomen.
Het Hof ('s-Gravenhage) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.