V-N 1998/34.18
INKOMSTENBELASTING Aanmerkelijk belang. Tegenprestatie bij vervreemding bestaat voor een deel uit een vordering op de verkrijger. Waardering vordering ten tijde van vervreemding is mede bepalend voor aanmerkelijk belang winst
HR 01-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2330, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
33 544
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2330
- JCDI
JCDI:ADS899443:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2330, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1998
- Wetingang
Art. 17 WARB en art. 39 (oud) Wet IB 1964
Essentie
INKOMSTENBELASTING Aanmerkelijk belang. Tegenprestatie bij vervreemding bestaat voor een deel uit een vordering op de verkrijger. Waardering vordering ten tijde van vervreemding is mede bepalend voor aanmerkelijk belang winst
Samenvatting
X bezat in 1993 met zijn echtgenote alle aandelen A BV, waarvan de verkrijgingsprijs f 85 000 bedroeg. Op 30 december 1993 hebben X en zijn echtgenote deze aandelen verkocht en geleverd aan B BV voor f 581 000. Ter financiering leende B BV f 481 000 bij een bank. Daarnaast verstrekte X f 100 000 te leen aan C, enig aandeelhouder van B BV. Deze rentedragende lening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.