V-N 2011/3.17:VENNOOTSCHAPSBELASTING. EUROPEES RECHT Verschil in uitkomst bij toepassing art. 10a of art. 10d Wet VPB levert geen ongelijke behandeling op

V-N 2011/3.17

VENNOOTSCHAPSBELASTING. EUROPEES RECHT Verschil in uitkomst bij toepassing art. 10a of art. 10d Wet VPB levert geen ongelijke behandeling op

Documentgegevens:

HR 07-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO1303, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 7 januari 2011
Magistraten: Lourens; Bavinck; Overgaauw
Zaaknummer: 09/04375
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: BO1303
JCDI: JCDI:ADS908252:1
Vakgebied(en): Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2011:BO1303, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BO1303, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑01‑2011
Wetingang: Art. 14 EVRM; art. 26 IVBPR; art. 10d Wet VPB 1969

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende (X bv) is in 1993 opgericht. De aandelen van belanghebbende zijn in handen van C bv. Belanghebbende bezit de helft van de aandelen in Q bv. In 2003 verwerft belanghebbende de andere helft van de aandelen in Q bv. Hierbij betaalt belanghebbende onder andere € 400.000 voor goodwill. Vanaf de overname van de aandelen vormen belanghebbende en Q bv een fiscale eenheid voor de VPB. Ten aanzien van de VPB-aangifte voor het jaar 2004 geeft de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.