FED 1990/879:Uitgezonderde verplichtingen art. 61a, zesde lid Wet IB 1964 in verband met transacties tussen bloed- en aanverwanten. Uitlegging door de Hoge Raad van ministeriele Resolutie van 22 augustus 1978, nummer 278-14 891, welke resolutie recht vormt in de zin van art. 99 RO. Belanghebbende is onderneemster. Zij koopt van haar vader het tot dan toe door hem verhuurde bedrijfspand. De koopsom wordt deels gefinancierd met een achtergestelde renteloze lening van haar vader. Belanghebbende heeft geen recht op WIR-premie.