BNB 2000/169
Naheffingsaanslag parkeerbelasting aangebracht aan voertuig; aanvang bezwaartermijn
HR 01-03-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4987, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 2000
- Magistraten
Korthals Altes; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
34 577
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AA4987
- JCDI
JCDI:ADS888189:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4987, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2000
- Wetingang
Art. 3:41, tweede lid, Awb; art. 22a (tekst tot 1 juni 1996) AWR; art. 234, achtste lid, Gemeentewet; parkeerbelasting gemeente Leiden
Essentie
Naheffingsaanslag parkeerbelasting aangebracht aan voertuig; aanvang bezwaartermijn
Samenvatting
HR: Indien het niet mogelijk is een naheffingsaanslag parkeerbelasting terstond aan de belastingschuldige uit te reiken, kan ingevolge art. 234, achtste lid, Gemeentewet worden volstaan met het aanbrengen van het biljet op of aan het voertuig. Kennelijk is de wetgever van oordeel geweest dat een dergelijke wijze van bekendmaking, die is te beschouwen als een andere geschikte wijze van bekendmaking als bedoeld in art. 3:41, tweede lid, Awb, de belastingschuldige voldoende waarborgen biedt, ook met het oog op het instellen van bezwaar binnen de gestelde termijn. Die termijn vangt ingevolge art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.