FED 1998/322
HR, 06-05-1998, nr. 33 344
HR 06-05-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2509
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 mei 1998
- Zaaknummer
33 344
- LJN
AA2509
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2509, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑05‑1998
- Wetingang
Art. 7 Wet IB 1964
Uitspraak
In geschil is of de door belanghebbende, X bv, als bedrijfslast geboekte betalingen ad f 993 314 als winstuitdelingen dienen te worden beschouwd.
Hof Amsterdam stelt X BV gedeeltelijk in het ongelijk en overweegt daartoe:
Vaststaat dat met betrekking tot het door X BV ter beschikking stellen van f 521 314 geen overeenkomst van geldlening is opgemaakt, dat er geen afspraken zijn gemaakt met betrekking tot te vergoeden rente, terwijl er voorts geen zekerheid is gesteld omtrent de terugbetaling. Gelet op het vorenstaande en op de omvang van het bedrag is het hof van oordeel dat tussen X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.