FED 2004/474
Ontslagvergoeding mogelijk ter heffing toegewezen aan werkstaat
HR 11-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AF7816, m.nt. P.C. van der Vegt
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2004
- Magistraten
Wattel; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
38 112
- Noot
P.C. van der Vegt
- LJN
AF7816
- JCDI
JCDI:ADS234886:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AF7816, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AF7816, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2004
- Wetingang
Art. 10 Wet LB 1964, art. 15 Verdrag Nederland-Verenigd Koninkrijk 1980,art. 27 Verdrag Nederland-Verenigd Koninkrijk 1980
Essentie
Ontslagvergoeding mogelijk ter heffing toegewezen aan werkstaat
Samenvatting
Belanghebbende heeft een ontslagvergoeding ontvangen. Voorafgaand aan het ontslag werkte hij zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk. Belanghebbende woonde in het Verenigd Koninkrijk. In geschil is of Nederland ten laste van belanghebbende loonbelasting mag inhouden ter zake van de ontslagvergoeding. Het hof vond van niet, omdat (kortweg) de ontslagvergoeding louter verband hield met de in Engeland verrichte arbeid en belanghebbende in Engeland woonde. De Hoge Raad heeft in het arrest gewezen op het cassatieberoep van de staatssecretaris betreffende algemene regels over de internationaalbelastingrechtelijke behandeling van ontslagvergoedingen. Volgens de Hoge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.