V-N 2003/4.8:INKOMSTENBELASTING. VENNOOTSCHAPSBELASTING Inkomsten uit vermogen. Ontvangen rente niet belast wegens toepasselijkheid overgangsregeling bij art. 10a Wet VPB 1969

V-N 2003/4.8

INKOMSTENBELASTING. VENNOOTSCHAPSBELASTING Inkomsten uit vermogen. Ontvangen rente niet belast wegens toepasselijkheid overgangsregeling bij art. 10a Wet VPB 1969

Documentgegevens:

HR 20-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4483, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 20 december 2002
Magistraten: Zuurmond; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Oven, van; Groeneveld
Zaaknummer: 37692
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AE4483
JCDI: JCDI:ADS902885:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2002:AE4483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE4483, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2002
Wetingang: Art. 24 Wet IB 1964; art. 10a Wet Vpb 1969; art. II, eerste lid, Wet 13 dec. 1996, Stb. 651

Essentie

Samenvatting

X verkoopt in 1997 zijn belang in enkele vennootschappen aan de pas opgerichte Beheer BV, waarvan hij enig aandeelhouder is. Beheer BV blijft de koopsom schuldig. X verantwoordt de rente die hij uit hoofde van deze schuld van Beheer BV in 1997 ontving, niet in zijn aangifte. Hij beroept zich daartoe op art. II, eerste lid, Wet uitholling (Stb. 1996, 651). De inspecteur bestrijdt de toepasselijkheid daarvan, aangezien de door X gecreëerde situatie tot stand is gebracht na de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.