FED 1996/287
Aan belanghebbende is als zakelijk gerechtigde van een woonhuis met zes kamers die afzonderlijk worden verhuurd een aanslag in de zuiveringsheffing opgelegd. Gedurende ± 6½ jaar zijn geen aanslagen zuiveringsheffing opgelegd. De Hoge Raad beslist dat het niet opleggen van aanslagen niet berustte op een bewuste standpuntbepaling en dat derhalve belanghebbende geen beroep kan doen op het vertrouwensbeginsel. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof. Verwijzing volgt voor een behandeling van de overige stellingen van belanghebbende.
HR 10-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1873, m.nt. B. Sio
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Herrmann; Jansen, C.H.M.; Fleers
- Zaaknummer
30 585
- Noot
B. Sio
- LJN
AA1873
- JCDI
JCDI:ADS225391:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1873, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑1996
- Wetingang
Vertrouwensbeginsel
Essentie
Aan belanghebbende is als zakelijk gerechtigde van een woonhuis met zes kamers die afzonderlijk worden verhuurd een aanslag in de zuiveringsheffing opgelegd. Gedurende ± 6½ jaar zijn geen aanslagen zuiveringsheffing opgelegd. De Hoge Raad beslist dat het niet opleggen van aanslagen niet berustte op een bewuste standpuntbepaling en dat derhalve belanghebbende geen beroep kan doen op het vertrouwenscommit; beginsel. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof. Verwijzing volgt voor een behandeling van de overige stellingen van belanghebbende.
Uitspraak
Het geschil betrof de opgelegde aanslag in de zuiveringsheffing 1989 (provincie Utrecht).
Vaststaat:
Belanghebbende is eigenaar of althans ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.