BNB 2002/55
Directiepensioenlichaam mag pensioenverplichting niet volgens het lineaire stelsel waarderen
HR 28-09-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZC8113, m.nt. J.A.G. van der Geld
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2001
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
36 430
- Conclusie
A-G mr. Van Kalmthout
- Noot
J.A.G. van der Geld
- LJN
ZC8113
- JCDI
JCDI:ADS888389:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:ZC8113, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑09‑2001
ECLI:NL:HR:2001:ZC8113, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2001
- Wetingang
Essentie
Directiepensioenlichaam mag pensioenverplichting niet volgens het lineaire stelsel waarderen
Samenvatting
Belanghebbende, een directiepensioenlichaam, heeft de pensioenverplichting jegens haar directeur-aandeelhouder bij de aanvang van haar belastingplicht per 1 januari 1992 actuarieel berekend, maar wil vervolgens de pensioenverplichting jaarlijks waarderen volgens het lineaire stelsel dan wel volgens een variant daarvan waarbij het verschil tussen de per 1 januari 1992 berekende verplichting en het bij pensionering nodige doelvermogen lineair wordt verdeeld over de jaren.
HR: Pensioenlichamen zijn, anders dan lichamen die pensioen- dan wel lijfrenteverplichtingen in eigen beheer houden, gericht op het aangaan van pensioenverplichtingen jegens derden op dezelfde voet als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.