BNB 2006/50
Niet-bestreden stelling omtrent tijdig ter post bezorgen behoeft geen bewijs
HR 08-07-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT8940, m.nt. R.L.H. IJzerman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2005
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Maanen, van
- Zaaknummer
39.773
- Noot
R.L.H. IJzerman
- LJN
AT8940
- JCDI
JCDI:ADS889081:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT8940, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2005
- Wetingang
Art. 8:55 en art. 8:77 Awb
Essentie
Niet-bestreden stelling omtrent tijdig ter post bezorgen behoeft geen bewijs
Samenvatting
Het Hof heeft in een verzetprocedure, volgend op een vereenvoudigde behandeling, geoordeeld dat niet aannemelijk is gemaakt dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn was ingediend. Noch bij de vereenvoudigde behandeling, noch bij de behandeling van het verzet, is de Inspecteur in het geding betrokken.
HR: Aldus heeft het Hof miskend dat voor dit bewijsoordeel geen plaats zou zijn indien het zou gaan om een stelling die geen bewijs behoeft, bijvoorbeeld wanneer de Inspecteur zou erkennen, althans niet zou betwisten dat het beroepschrift voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.