BNB 1998/349
Overdracht onderneming; maximum aftrek lijfrentepremie
HR 26-08-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2350, m.nt. R.E.C.M. Niessen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Meij; Vliet, van
- Zaaknummer
32 864
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
R.E.C.M. Niessen
- LJN
AA2350
- JCDI
JCDI:ADS171846:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2350, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2350, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑08‑1998
- Wetingang
Art. 45, vijfde lid, onderdeel a, onder 2°, Wet IB 1964
Essentie
Overdracht onderneming; maximum aftrek lijfrentepremie
Samenvatting
Belanghebbende heeft zijn onderneming per 1 januari 1993 ingebracht in een BV. De inbreng omvatte goodwill ten bedrage van f 125 000, en overige vermogensbestanddelen van f 11 613 negatief, per saldo f 113 387. De stakingswinst bedroeg f 137 709, de oudedagsreserve f 50 120. Belanghebbende bedingt een lijfrente ter waarde van f 157 884; het verschil ad f 44 498 met de inbreng leidt tot verhoging van zijn schuld in rekening-courant aan de BV. De Inspecteur beperkt de aftrek van de lijfrentepremie tot het bedrag van het ingebrachte vermogen ad f ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.