BNB 1991/33
HR, 31-10-1990, nr. 26 968
HR 31-10-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4434
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Urlings; Zuurmond
- Zaaknummer
26 968
- LJN
ZC4434
- Vakgebied(en)
Vermogensbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4434, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑1990
- Wetingang
(Art. 4, vierde lid letter c, Wet VB 1964)
Samenvatting
Latente inkomstenbelastingschuld en ondernemingsvrijstelling
Belanghebbende verzocht in zijn aangifte voor de vermogensbelasting aftrek van een latente inkomstenbelastingschuld ter zake van zijn aanmerkelijk belang in een vennootschap. Anders dan Hof en Inspecteur wilde hij daarbij de ondernemingsvrijstelling niet in aanmerking nemen.
HR: ingevolge art. 4, vierde lid, Wet VB 1964 wordt tot de schulden gerekend de inkomstenbelasting welke verschuldigd kan worden ter zake van tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen, winstbewijzen en bewijzen van deelgerechtigdheid voor zover de waarde daarvan niet is vrijgesteld op de voet van art. 7, derde lid, aanhef en letter c. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.