GS Rechtspersonen, art. 2:349 BW, aant. 3:3 Het schriftelijk kenbaar maken van bezwaren
GS Rechtspersonen, art. 2:349 BW, aant. 3
3 Het schriftelijk kenbaar maken van bezwaren
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
mr. P.G.F.A. Geerts, actueel t/m 01-10-2004
Actueel t/m
01-10-2004
Tijdvak
01-01-2002 tot: -
Auteur
mr. P.G.F.A. Geerts
Vindplaats
GS Rechtspersonen, art. 2:349 BW, aant. 3
Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
Art. 2:349 lid 1 BW verlangt dat de verzoekers hun bezwaren aan de leiding van de vennootschap schriftelijk kenbaar maken. Dit 'schriftelijk kenbaarmakingsvereiste' wordt door de OK met de nodige soepelheid gehanteerd. Zo heeft zij bijvoorbeeld in (de in aantekening 10 genoemde) beschikking van 25 augustus 1988, NJ 1989, 308 (Corocor) beslist dat een kortgedingdagvaarding - waarbij bestuurders van een dochtervennootschap als eisende partij optreden en de moedervennootschap en de commissarissen van de dochtervennootschap als de gedaagde partij - kan gelden als een schriftelijke mededeling als bedoeld in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Rechtspersonen, art. 2:349 BW, aant. 3
3 Het schriftelijk kenbaar maken van bezwaren
mr. P.G.F.A. Geerts, actueel t/m 01-10-2004
01-10-2004
01-01-2002 tot: -
mr. P.G.F.A. Geerts
GS Rechtspersonen, art. 2:349 BW, aant. 3
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
ontvankelijkheid
rechtspersonenrecht
enquêterecht (rechtspersoon)
ondernemingsrecht
bijzondere rechtspleging
rechtspersoon
Burgerlijk Wetboek Boek 2 artikel 349
Art. 2:349 lid 1 BW verlangt dat de verzoekers hun bezwaren aan de leiding van de vennootschap schriftelijk kenbaar maken. Dit 'schriftelijk kenbaarmakingsvereiste' wordt door de OK met de nodige soepelheid gehanteerd. Zo heeft zij bijvoorbeeld in (de in aantekening 10 genoemde) beschikking van 25 augustus 1988, NJ 1989, 308 (Corocor) beslist dat een kortgedingdagvaarding - waarbij bestuurders van een dochtervennootschap als eisende partij optreden en de moedervennootschap en de commissarissen van de dochtervennootschap als de gedaagde partij - kan gelden als een schriftelijke mededeling als bedoeld in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.