FED 1992/216
Voor de vraag of een lichaam het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van in Nederland gelegen onroerende goederen beoogt is beslissend of de waarde in het economisch verkeer van de in Nederland gelegen onroerende goederen die als zodanig dienstbaar zijn aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van die onroerende goederen meer dan 50% beloopt van de waarde van alle activa van het lichaam
HR 18-12-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC4836, m.nt. J.S. Rijkels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 1991
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Moltmaker
- Zaaknummer
27 260
- Noot
J.S. Rijkels
- LJN
ZC4836
- JCDI
JCDI:ADS208762:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC4836, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑1991
- Wetingang
Art. 4 Wet BRV
Essentie
Voor de vraag of een lichaam het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van in Nederland gelegen onroerende goederen beoogt is beslissend of de waarde in het economisch verkeer van de in Nederland gelegen onroerende goederen die als zodanig dienstbaar zijn aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van die onroerende goederen meer dan 50% beloopt van de waarde van alle activa van het lichaam
Uitspraak
Het geschil betrof een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting ten bedrage van f 393 900.
Op het beroep in cassatie van belanghebbende overweegt de Hoge Raad:
3.1. Het hof heeft het volgende vastgesteld. Per 1 september ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.