FED 1997/76:Douane-expediteur doet in opdracht van een derde aangifte voor communautair douanevervoer. De vervoerder brengt de goederen over naar België en laadt ze daar over in een ander vervoermiddel. Vervolgens worden de goederen teruggereden naar Nederland. Daar worden ze als 'vrije goederen' verkocht. Het vervoersdocument T1 komt niet terug bij het douanekantoor van verzending. Dit is daarmee, zoals dat wel wordt genoemd, niet gezuiverd. De Tariefcommissie en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordelen dat de Nederlandse douane de invoerrechten en de landbouwheffingen mogen invorderen. Het Hof sluit zich hierbij aan voor de omzetbelasting, mede op grond van het bepaalde in art. 22, vierde lid, Wet OB 1968. De Hoge Raad beslist, dat uit de feiten niet anders kan worden opgemaakt dan dat de goederen eerst aan de regeling communautair douanevervoer zijn onttrokken toen de goederen in België werden uit- en overgeladen. Derhalve zijn ze in België en niet in Nederland in het vrije verkeer gebracht in de zin van art. 18 Wet OB 1968. De uitnodiging tot betaling is ten onrechte opgelegd.