FED 1995/798
HR, 18-10-1995, nr. 29 922
HR 18-10-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1548
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 oktober 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Herrmann; Jansen, C.H.M.; Fleers
- Zaaknummer
29 922
- LJN
AA1548
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1548, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑10‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1548, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑1995
- Wetingang
Art. 1:417, 1:422, 1:423 BW; art. 3 en 4 Succ.wet 1956
Uitspraak
Erflater, A, die de Nederlandse nationaliteit bezat, heeft op 1 december 1974 Nederland metterwoon verlaten. Niet bekend is of A zich sedertdien wederom in Nederland heeft gevestigd. Bij Beschikking van de rechtbank van 9 mei 1978 is ex art. 1:409 BW A's vermogen in verband met diens afwezigheid onder bewind gesteld. Bij Beschikking van de rechtbank van 27 maart 1986 is ex art. 1:413 en 414 BW een verklaring afgegeven dat er rechtsvermoeden van overlijden bestond. Als dag waarop A vermoed werd te zijn overleden werd 12 februari 1978 genoemd. De beschikking is klaarblijkelijk in kracht van gewijsde gegaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.