FED 1986/1331:1. Voor een lijfrente is vereist, dat de uitkeringen 'vast en gelijkmatig' zijn. Voor zover deze uitkeringen niet 'vast' zijn, is er niet aanwezig een lijfrente. De polis moet worden gesplitst in een lijfrente-deel, en een niet-lijfrente-deel. De premie voor het lijfrente-deel is in beginsel aftrekbaar. 2. Een beding van voortgezette premierestitutie leidt ertoe dat de lijfrentetermijnen tot het totaalbedrag van de betaalde premies moeten worden aangemerkt als terugbetalingen van dat bedrag, zodat zij niet kunnen worden aangemerkt als termijnen van lijfrente in de zin van art. 25 eerste lid letter g, en tweede lid. De polis moet worden gesplitst in een lijfrente-deel, en een niet-lijfrente-deel. Uitsluitend de premie, die geacht kan worden betrekking te hebben op het lijfrente-deel, komt voor aftrek in aanmerking.