FED 2011/26
De bewijslast dat werkzaamheden niet hoofdzakelijk en ondersteunend zijn en dat het samenwerkingsverband niet ongebruikelijk is, rust bij belanghebbende
HR 28-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO0431, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
28 januari 2011
- Magistraten
Vliet, van; Bavinck; Punt; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
10/00485
- Noot
E. Thomas
- LJN
BO0431
- JCDI
JCDI:ADS198551:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO0431, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO0431, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2010
- Wetingang
Art. 3:6, tweede lid , Wet IB 2001 (tekst 2002)
Essentie
De bewijslast dat werkzaamheden niet hoofdzakelijk en ondersteunend zijn en dat het samenwerkingsverband niet ongebruikelijk is, rust bij belanghebbende
Samenvatting
Het geschil betreft de navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen 2002.
Uitspraak
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3 Beoordeling van het middel 3.1. Het middel komt met een rechtsklacht op tegen 's Hofs oordelen dat belanghebbende met betrekking tot de toepassing van artikel 3.6, lid 2, aanhef en letter a, Wet IB 2001 niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar werkzaamheden niet hoofdzakelijk van ondersteunende aard waren en dat zij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.