FED 1994/618
HR, 28-09-1994, nr. 29474
HR 28-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2962
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
29474
- LJN
AA2962
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2962, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑1994
- Wetingang
Art. 11 Wet OB 1968
Uitspraak
Op 21 maart 1985 koopt BV A, behorende tot de fiscale eenheid van belanghebbende, X NV, van B een pand. Op 30 januari 1986 dienen B en BV A een verzoek tot belaste levering ex art. 11, eerste lid, letter a, sub 2, Wet OB 1968 in. De vergunning wordt verleend. Op 7 december 1987 trekt B het verzoek alsnog in. De inspecteur trekt daarop op 29 december 1987 de vergunning in, en deelt aan B en BV A mee dat ter zake van de levering van het pand geen OB in rekening mag worden gebracht. In 1988 wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.