V-N 1993/822, 3
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken Tijdvak naheffingsaanslag. Naheffing loonbelasting of navordering inkomstenbelasting? Toepassing art. 49 AWR als de zaak onder de rechter is. Mededelingsplicht verhoging. Redelijke termijn. Verdeling bewijslast. Zelfstandige bepaling van verhoging door de rechter
HR 10-02-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5251, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 1993
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers; Soest, Van
- Zaaknummer
27 813
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
ZC5251
- JCDI
JCDI:ADS895412:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5251, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑1993
ECLI:NL:PHR:1992:33, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑07‑1992
- Wetingang
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken Tijdvak naheffingsaanslag. Naheffing loonbelasting of navordering inkomstenbelasting? Toepassing art. 49 AWR als de zaak onder de rechter is. Mededelingsplicht verhoging. Redelijke termijn. Verdeling bewijslast. Zelfstandige bepaling van verhoging door de rechter
Samenvatting
Belanghebbende, X, heeft een aantal werknemers betalingen gedaan. Na een loonbelastingonderzoek heeft de inspecteur ter zake van deze betalingen een naheffingsaanslag loonbelasting met verhoging opgelegd. Belanghebbende bestrijdt deze naheffingsaanslag. Hof Amsterdam stelt hem ten dele in het gelijk. Zowel X als de staatssecretaris van Financien stellen beroep in cassatie in met een keur van grieven. De Hoge Raad verwerpt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.