HR, 24-02-1960, nr. 14 179

Documentgegevens:

HR 24-02-1960, ECLI:NL:HR:1960:AY1721

Instantie: Hoge Raad
Datum: 24 februari 1960
Magistraten: Smits; Boltjes; Rijn Van Alkemade, Van; Loos, Van Der; Korthals Altes
Zaaknummer: 14 179
LJN: AY1721
Vakgebied(en): Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Fiscaal strafrecht (V)
Premieheffing (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1960:AY1721, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑1960
Wetingang: (Art. 36, lid 4 (jo. lid 3) en lid 9 AOW, art. 13 Verdrag van Rome tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Traktatenblad 1951, no. 154) g.g.k. bij Wet van 16 juli 1954 (S. no. 395) jo. art. 66 GW)

Samenvatting

Verhogingsaanslag ex art. 36, lid 4, AOW opgelegd aan gemoedsbezwaarde. Bezwaar bij insp. niet ontvankelijk, beroep tegen diens beschikking wel ontvankelijk. Op strijd van de wet met de billijkheid kan ingevolge art. 11 AB geen beroep worden gedaan. Art. 13 Verdrag van Rome houdt geen "een ieder verbindende bepalingen" in, welke ingevolge art. 66 GW de rechter zouden verplichten de uitsluiting van rechtsmiddelen tegen een verhogingsaanslag voortvloeiend uit art. 36, lid 9, AOW, als niet verbindend te beschouwen.

Uitspraak

De HR enz.

Gezien het beroepschrift in cassatie van ds. X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.