HR, 25-06-1997, nr. 30 864

Documentgegevens:

HR 25-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2218

Instantie: Hoge Raad
Datum: 25 juni 1997
Zaaknummer: 30 864
LJN: AA2218
Vakgebied(en): Invordering / Algemeen
Loonbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA2218, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑06‑1997
Wetingang: Art. 41 AOW; art. 32 en 32a Wet LB 1964

Uitspraak

Belanghebbende, X, is als bestuurder van E BV aansprakelijk gesteld wegens niet afgedragen premies volksverzekeringen over het tijdvak 1 januari 1987 t/m 30 september 1987 inclusief de in de aan E BV opgelegde naheffingsaanslag begrepen verhoging. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld.

Hof 's-Gravenhage stelt X gedeeltelijk in het gelijk.

Op de beroepen in cassatie van X en de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad:

X' klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 101a RO geen nadere motivering.

Met betrekking tot de aansprakelijkstelling van X ex art. 41, vierde lid, AOW en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.