FED 1999/473
Toekennen van recht op loon onder tijdsbepaling leidt niet tot loon in de vorm van een recht. Overeengekomen uitstel van genietingsmoment voor DGA moet worden genegeerd
HR 03-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2694, m.nt. M.J. Hoogeveen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 1999
- Magistraten
Soest, van; Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
32 944
- Noot
M.J. Hoogeveen
- LJN
AA2694
- JCDI
JCDI:ADS229804:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2694, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2694, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑1999
- Wetingang
Art. 10, tweede en zevenentwintigste lid, tiende lid (thans 13a, tweede lid), Wet LB 1964; het begrip aanspraak en het genietingsmoment van een bijzondere beloning.
Essentie
Toekennen van recht op loon onder tijdsbepaling leidt niet tot loon in de vorm van een recht. Overeengekomen uitstel van genietingsmoment voor DGA moet worden genegeerd
Samenvatting
Het toekennen van een recht op loon onder een tijdsbepaling leidt niet tot loon in de vorm van een recht. De ratio van art. 27, tiende lid (thans 13a, tweede lid) Wet LB 1964 brengt met zich mee dat ook een overeengekomen uitstel van het genietingsmoment van een bijzondere beloning voor een directeur grootaandeelhouder moet worden genegeerd.
Uitspraak
Het geschil betreft de naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen over het tijdvak 1 januari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.