FED 1991/936
De klacht over schending van Bijlage VI bij EG-verordening 1408/71 moet worden aangemerkt als klacht over schending van art. 6 AOW. Beroep in cassatie ontvankelijk. HR stelt prejudiciele vraag: omvat wonen in Bijlage VI ook het fictief wonen als bedoeld in art. 3, vierde lid, AOW (tekst tot april 1985)?
HR 30-10-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC4751, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 oktober 1991
- Magistraten
Jansen; Baardman; Bellaart; Korthals Altes; Moor, De
- Zaaknummer
224
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
ZC4751
- JCDI
JCDI:ADS208754:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC4751, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑1991
- Wetingang
Art. 3, vierde lid, (tot 1 april 1985) en art. 53, derde lid, AOW; Bijlage VI bij EEG-verordening 1408/71)
Essentie
De klacht over schending van Bijlage VI bij EG-verordening 1408/71 moet worden aangemerkt als klacht over schending van art. 6 AOW. Beroep in cassatie ontvankelijk. HR stelt prejudiciele vraag: omvat wonen in Bijlage VI ook het fictief wonen als bedoeld in art. 3, vierde lid, AOW (tekst tot april 1985)?
Uitspraak
Het geschil betrof uitkering ouderdomspensioen vanaf 1985.
Eiser, geboren 10 juni 1920, is blijkens de gedingstukken op 6 juni 1946 gehuwd met Y, die op 21 oktober 1924 in Engeland geboren is. Tot zijn indiensttreding als militair bij het Ministerie van Oorlog op 20 november 1945 heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.