BNB 1999/282
Waardering pensioenverplichtingen in eigen beheer. Toepassing lineaire methode na 1 januari 1995 in geval van gebroken boekjaar.
HR 28-04-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2751, m.nt. G. Slot
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1999
- Magistraten
Jansen R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
33 935
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
G. Slot
- LJN
AA2751
- JCDI
JCDI:ADS888048:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2751, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2751, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑04‑1999
- Wetingang
Essentie
Waardering pensioenverplichtingen in eigen beheer. Toepassing lineaire methode na 1 januari 1995 in geval van gebroken boekjaar.
Samenvatting
Het boekjaar van belanghebbende loopt van 1 mei tot en met 30 april. Zij houdt haar pensioenverplichtingen jegens haar directeur in eigen beheer. In geschil is of belanghebbende de pensioenverplichtingen over de periode 1 januari 1995 tot en met 30 april 1995 mag waarderen met toepassing van de lineaire methode.
HR: Uit de ontstaansgeschiedenis van art. 9b en 70a Wet IB 1964 volgt dat de wetgever heeft beoogd een overgangsregeling te treffen op grond waarvan ten aanzien van belastingplichtigen met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.