FED 2006/93
Conversie primitieve aanslag in navorderingsaanslag. Verrekening van verliezen zonder rechtsgeldig opgelegde aanslag
HR 02-06-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU2297, m.nt. W.C.M. Martens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot van; Lourens; Bavinck; Berge, van en
- Zaaknummer
41 052
- Noot
W.C.M. Martens
- LJN
AU2297
- JCDI
JCDI:ADS235231:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU2297, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU2297, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2006
- Wetingang
Art. 21a Wet VPB 1969
Essentie
Conversie primitieve aanslag in navorderingsaanslag. Verrekening van verliezen zonder rechtsgeldig opgelegde aanslag
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1995/1996.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE EN HET INCIDENTELE VAN DE STAATSSECRETARIS OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3 Uitgangspunten in cassatie
3.1. Belanghebbende heeft op 25 november 1997 voor het boekjaar dat loopt van 1 april 1995 tot en met 31 maart 1996 een aangiftebiljet vennootschapsbelasting ingediend.
3.2. Op 16 juni 2000 heeft de Inspecteur aan belanghebbende geschreven dat de wettelijke termijn voor het opleggen van een aanslag in de vennootschapsbelasting ten name van belanghebbende over het boekjaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.